Tussen droom en data: Jogo geeft inzicht in de ontwikkeling van voetballers.

Dutch Sport Tech Fund David Jogo

Tekst: Olivier van Kuyen | Beeld: Rik Braune

Een sporttechplatform ontwikkelen, bij Ajax binnenlopen en doodleuk melden dat jij technisch meer weet over je voetballende zoon dan zij over Hakim Ziyech. David Dwinger pakte het op die manier aan met zijn app Jogo. Daarbij hielp het dat zijn dertienjarige zoon bij Ajax speelt. ‘Ajax was niet meteen overtuigd, maar door de vragen die ze stelden was ik wel gesterkt in mijn gedachte dat ik op het goede spoor zat’, aldus de voetbalvader. 

Dwinger, die zelf een technische achtergrond heeft bij bedrijven als RBS, ABN Amro en Schiphol, bedacht een systeem waarbij data van voetballers worden vast­gelegd met de hulp van kunstmatige intel­ligentie en machine learning. Een heleboel verschillende datapunten worden verzameld die een goed beeld geven van hoe een speler zich ontwikkelt. Er wordt getest op vijf pijlers: mentaal, fysiek, cognitief, techniek en tactiek. ‘Een trainer zal misschien naar een filmpje kijken – als hij er al naar kijkt – en wat hij ziet is subjectief. Wij hebben juist het doel om zo veel mogelijk objectieve data te verzamelen.’ Op die manier is niet alleen een verge­lijking te maken met andere spelers, maar ook de ontwikkeling van een speler goed te meten. 

Die meting heeft op drie manieren plaats. Met de telefoon filmt de speler zichzelf terwijl hij bepaalde oefeningen uitvoert. De kunstmatige intelligentie in de Jogo-app analyseert die beelden en zet ze om in data. Daarnaast kan de speler allerlei vragen beantwoorden, die ook weer dingen zeggen over zijn cognitieve vaardigheden. ‘We hebben hier inhouse ook een sensor ontwikkeld die in de voetbalschoen gaat en nog veel meer data kan meten, zoals de gelopen afstand, het balcontact, de snelheid en de tweebenigheid van de speler’, legt Dwinger uit. De sensor voert die gegevens ook weer aan de app. 

Dat Jogo de handen ook internationaal op elkaar krijgt bewijst het feit dat er samenwerkingen zijn gestart met topclubs als Manchester City, Benfica en Valencia. Daarnaast zijn er nog vele andere clubs die gebruikmaken van de techniek. ‘Dat Manchester City wel gelooft in data science liet Kevin De Bruyne laatst wel zien. Hij onderhandelde op basis van zijn eigen data een contract voor 100 miljoen euro voor de komende vier jaar, wat voor ons verhaal natuurlijk erg goed uitkomt.’ En dat was nog zonder de gedetailleerde datamogelijkheden die Jogo biedt. 

Ook voor voetbalscouts biedt Jogo ongekende mogelijkheden doordat ze talent zo uit een database kunnen vissen. Dwinger: ‘Een scout zal zeggen dat hij zelf ook wel kan zien of iemand kan voetballen. Maar wat wij juist laten zien is hoe die speler volgend jaar of over vijf jaar speelt.’ Om ook de getalenteerde amateurs te bereiken start Dwinger met Jogo for countries, waarbij de techniek ter beschikking wordt gesteld aan iedereen met een droom. Hieruit worden uiteindelijk nationale teams samengesteld. Dit project begint in Nederland, Spanje, Brazilië en Engeland.

Investeerders zijn er al in overvloed: de eerste 100.000 euro kwam van vastgoedondernemer Alain Rosenbaum, die hij kent van langs het voetbalveld. Inmiddels is in vier rondes in totaal 1,8 miljoen euro opgehaald bij angel investors. En in twee jaar tijd is het personeelsbestand gegroeid naar een man of veertig en staan de voetbalclubs in de rij voor een afspraak.

Wat vindt de expert? 

Mathijs Hofmijster, bewegingsweten­schapper VU Amsterdam: ‘Een interessant product dat in potentie kan bijdragen aan het effectief herkennen van talent. De hoeveelheid objectieve data komt een betrouwbare voorspelling ten goede. Die betrouwbaarheid is belangrijk: bij complexe sporten als voetbal zijn voorspellingen over talent ook ingewikkeld, zegt de wetenschappelijke literatuur.’

Scroll naar boven